Kleur. Couleur. Colour. We weten allemaal wat het betekent, maar het zijn uiteindelijk slechte vertalingen van wat het écht is. Want ‘kleur’ laat zich nu eenmaal moeilijk omzetten naar taal.
Rood, blauw, geel. Of nee, groen. De echte primaire kleuren zijn rood, blauw en groen en wanneer je die mengt krijg je mogelijkerwijs een van de drie secundaire kleuren: magenta, cyaan en geel. In theorie dan, volgens wikipedia, want het blijft een subjectief onderscheid – al was het maar omdat ongeveer een op de twintig mannen moeite met het onderscheiden van rood- en groentinten. Misschien valt dat niet meteen onder ‘kleurenblindheid’ maar toch... een beetje ’kleurenzwak’ is het wel: kegeltjes en staafjes die niet helemaal lekker werken.

© Julia Gunther
Kijk nu eens naar deze foto van Julia Gunther. Hoeveel kleuren zie je? En hoe zou je ze benoemen? De mooie, strakke vlakverdeling zou het onderscheiden van de kleuren toch eenvoudig moeten maken, en de meesten onder ons (negentien op de twintig mannen en een nog groter percentage vrouwen) lukt het waarschijnlijk wel om tot een overeenstemming te komen tussen wat ‘blauw’ is en wat ‘groen’. Paarse riem, zwarte strik, wit overhemd. Alhoewel, maak vanuit dezelfde positie deze foto nog eens met een andere wit-balans, leg de beelden naast elkaar en je hebt de poppen aan het dansen.
Maar dat is allemaal om de hete brei draaien want natuurlijk komen we op het punt om ook de huidskleur te benoemen. ‘Zwart’ zou ze waarschijnlijk worden genoemd in Zuid Afrika, waar deze foto is genomen. ‘Ze’ ja.
Arbitraire afscheidingen – door onderverdeling naar ras, sexe, of tint – maken het leven voor sommigen een stuk overzichtelijker maar zodra je de specifieke eigenschappen gaat benoemen, de voorwaarden waaraan iets of iemand moet voldoen om ergens wel/niet toe te behoren, dan kom je onherroepelijk in een grijs gebied.
We zijn er inmiddels vertrouwd mee geraakt dat het werk van iemand als Viviane Sassen zich maar lastig laat benoemen – want is het nu ‘fashion’, ‘documentair’ of toch iets anders? – en nu drukt Julia Gunther ons in dit portret wederom op het feit dat compositie weliswaar een nuttig wapen is in de fotografie maar dat het vervolgens niet zo veel zin heeft om de hokjes in te kleuren met woorden. Gelukkig maar, want des te meer ruimte is er voor pure esthetiek.