On the Move is een fototentoonstelling, maar niet een zoals je het zou verwachten. De muren van het Stedelijk zijn niet netjes gevuld met losse foto's, als klassieke schilderijen ingelijst en naast elkaar gehangen, maar bezaaid met uiteenlopende projecten die allemaal roepen om aandacht. De ondertitel verraadt het al: het gaat hier om het vertellen van verhalen.

© Theo Niekus
Voor de foto als autonoom object moet je hier niet zijn. Het gebrek aan visuele knallers maakt deze tentoonstelling niet heel eenvoudig te behappen, maar uiteindelijk des te intrigerender. In het magazine Werker van Marc Roig Blesa & Rogier Delfos zien we zelfs helemaal geen foto's; de beelden zijn vervangen door tekstuele beschrijvingen. Je kijkt naar omlijste woorden en bedenkt zelf de plaatjes erbij. Van elk van de 28 projecten die de jury uit de inzendingen heeft gekozen, zien we voorproefjes die de gemeente Amsterdam moeten verleiden tot aankoop. Daarnaast is On the move gelukkig ook een mooi overzicht van de verhalende mogelijkheden van de fotografie anno 2014.

© Sarah Carlier
Als we de tentoonstelling moeten geloven, hoeft fotografie heden ten dage niet perfect te zijn; je mag zien hoe het gemaakt is. Vaak zijn de presentaties overduidelijk aan elkaar geknutseld. Dit heeft iets amateuristisch, en soms voelt het meer als middelbare-schoolwerk dan museumwaardige kunst. Het maakt de werken echter ook persoonlijker en toegankelijker dan de feilloze, kaarsrechte werken die we hier normaal gesproken zien.

© Martine Stig
De presentatie is sowieso onorthodox te noemen. Soms lijkthet of het Stedelijk zo veel mogelijk het klassieke tentoonstellingsidee wilde doorbreken. Zo hangt er een compleet tijdschrift aan de muur, de pagina's naast en onder elkaar geplakt in een imperfecte grid. De teksten zijn van deze afstand niet leesbaar en niet alle foto's zijn even goed te zien, maar dat maakt niet uit; het gaat in de tentoonstelling tenslotte om de presentatie van ideeën. De muurvullende papiertjes dienen enkel ter illustratie van het project erachter, getiteld Club Donny. Dit magazine zoekt al tien nummers lang naar hoe natuur in de stad wordt ervaren. Hetconcept trekt de aandacht en zorgt samen met de wél zichtbare foto's dat je er meer van wilt weten, en daar gaat het om.

© Club Donny
In het geval van Club Donny voelt de presentatie aangenaam speels aan. Dit geldt ook voor de projecties die her en der op de vloer te zien zijn, waarin de bladzijden van boeken voor je voeten worden omgeslagen. Er zijn ook momenten waarop de presentatiewijze tegenwerkt, zoals bij het werk van Sara Blokland. Het onderzoek naar de joodse identiteit van haar moeder heeft voor een aantal prachtige (foto's van) foto's gezorgd, maar omdat ze tegen elkaar aan op de grond staan, zijn ze simpelweg moeilijk te zien.

© Nadine Stijns
Ook is het even zoeken naar alle verspreide beelden van Nadine Stijns, wie het fenomeen balikbayan boxes vastlegde; pakketten met cadeaus, door Philippijnse migranten gestuurd naar het thuisfront. De meest uiteenlopende presentjes worden dolenthousiast ontvangen, van chocoladeletters tot opgezette herten.
De oplettende museumbezoeker heeft enkele van de projecten al elders kunnen zien. Zo heeft de fotoserie 'Cette montagne c'est moi' van Witho Worms eerder in Apeldoorn gehangen, maar hier worden de fascinerende foto's van steenkoolbergen gepresenteerd met de bijbehorende, door Hans Gremmen vormgegeven publicatie. Dit boek transformeert de toch al grijze beelden door ze op zwart papier af te drukken, waarmee het een haast op zichzelf staand onderdeel van het project wordt.

© Rune Peitersen
De nadruk ligt in On the move op fotografie, maar in dergelijke projecten zorgt de combinatie met grafische vormgeving voor een ware verrijking. Het maakt On the move tot een tentoonstelling zoals je ze niet vaak ziet. Een aantal van deze projecten verdient zonder meer een nieuw thuis. Laten we hopen dat de gemeente dat ook vindt.
On the move. Verhalen in hedendaagse fotografie en grafische vormgeving. Nieuwe aanwinsten voor Amsterdam is tot en met 15 januari 2015 te zien in het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Door Jorre Both